Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zeide: Heere, HEERE! waarbij zal ik weten, [21]dat ik het erfelijk bezitten zal? 21. Abram, hoewel gelovende, begeert nochtans van God nader bericht en versterking gelijk ook andere gelovigen eertijds gedaan hebben; Richt.6:27; 2 Kon.20:8.